Artikels
Filosofie
Deïsme: Rousseau en Voltaire over hellestraffen
Rousseau en Voltaire waren deïsten; zij geloofden in het bestaan van een godheid, maar niet in de god van de katholieken, die strafte immers al te barbaars al die zondaars in de hel, voor eeuwig. De god van de deïsten was verdraagzamer, menselijker. Ook hij zou de kwaadwilligen straffen, maar dan gepast, zonder te overdrijven.
Franse Verlichtingsfilosofen over de hel
“Volgens dat tirannieke dogma, is door de god der barmhartigheid het overgrote deel van de ongelukkige stervelingen voorbeschikt tot eeuwige folteringen. Hij plaatste ze alleen maar voor even in deze wereld, om hen daar op een verkeerde manier gebruik te laten maken van hun vermogens en vrijheid, teneinde hen de onverzoenlijke gramschap van hun schepper te laten verdienen.” Aldus de Franse filosoof d’Holbach.
Romantiek en zelfmoord
In de Romantiek van de 19e eeuw werd zelfmoord – in ieder geval in de literatuur – wel gezien als een overgang naar een mooier leven, hierna. Dat was toch het geval als de protagonist een held of heldin was, een jonge man of vrouw die zich niet kon of wilde conformeren aan de burgerlijke regels van de maatschappij.
Geen leven na de dood: het materialisme van de Lamettrie
“Concluderen wij dus onverschrokken dat de mens een machine is, en dat er in het hele universum slechts één enkele substantie is in verschillende gedaanten.” Aldus de Franse filosoof de Lamettrie. Als de machine ‘op’ was, was het afgelopen met de mens.
Godsdienst in de Utopie van Thomas More
De Engelse humanist Thomas More schreef in 1516 zijn Utopia: een fictieve, ideale samenleving. Hij werd daarbij geïnspireerd door Plato’s ‘De Staat’, maar ook door werken van Cicero en Seneca. Het boek was tevens een kritiek op hoe Engeland toen bestuurd werd. We ontdekken ook hoe de Utopianen dachten over het leven na de dood.
David Hume over het recht op zelfdoding
David Hume had in een paar boeken zijn kritiek op de christelijke religie geformuleerd. Hij schreef zijn essay ‘Of Suicide’ over zelfmoord en hekelde het standpunt van christenen daarover.
Montesquieu, over de hemel in zijn Perzische brieven
In 1721 verscheen anoniem een boekje, Lettres persanes, dat een enorm succes kende. De auteur bleek Montesquieu te zijn. Het gaat over twee Perzen die door Europa trekken, waaronder Frankrijk, Parijs, en die van de ene verbazing in de andere vallen bij wat ze daar allemaal zien. Daarover schrijven ze brieven naar het thuisfront. Het is natuurlijk een prachtige vondst om zo allerlei toestanden, die men in Europa vanzelfsprekend vond, te bekritiseren. Ook ideeën over het hiernamaals konden zo kritisch besproken worden.
L’ enfer c’est les autres!
“L’ enfer c’est les autres”, laat Sartre een van de acteurs in zijn toneelstuk ‘Huis clos’ zeggen. Het zijn beroemde woorden geworden, die niet bepaald getuigen van een positieve inschatting van de relaties met de ander, van de samenleving. Opmerkelijk vond ik de reactie van de ondertussen bekend geworden Vlaamse psycholoog Dirk De Wachter.