Artikels
Filosofie

Bijna-dood ervaringen (11) Ontmoetingen met doden
Ik was in mijn garderoberuimte toen ik plotseling het gevoel kreeg dat [de overleden] Howard bij me was. Ik voelde hem rechts van me. Het ging gepaard met een sensatie van lichtheid – een gevoel van vreugde en vrijheid. Het was alsof ik hem in mijn hart vaarwel hoorde zeggen, hem hoorde bedanken voor het feit dat ik er voor hem geweest was. Hij bleef niet lang, waarschijnlijk zo’n dertig seconden.

Bijna-dood ervaringen (10) Sterfbedvisioenen
Sterfbedvisioenen treden op vlak voor of tijdens het intreden van de effectieve dood. De stervende ziet overwegend overleden familieleden en vrienden, soms ook onbekende geestelijke wezens, die hem ‘komen halen’ of geruststellen over de naderende dood.

Bijna-dood ervaringen (9) Zelfmoord
Onderzoekers hebben lang niet altijd een relatie gevonden tussen een slechte bijna-dood ervaring en een ‘slecht’ leven. Soms echter lijkt een egoïstisch leven of ook een zelfmoordpoging een slechte ervaring te geven in de dood.

Bijna-dood ervaringen (8) Negatieve ervaringen
Er zijn ook verslagen waarin patiënten met een hartinfarct angst ervaren, en nachtmerrieachtige, heel reële angstdromen hebben over Satan en de hel. Die dromen zijn volgens Kübler Ross wel reëel maar zijn geen realiteit. Het zijn projecties van de eigen angsten. Waarom de hemel reëel is en de hel slechts een projectie is, wordt niet uitgelegd. Moody geeft geen enkel getuigenis van een negatieve bijna-dood ervaring, alleen lijken zelfmoordpogingen iemand niet in de hemel te brengen, zoals we nog zullen zien.

Bijna-dood ervaringen (7) De terugkeer
“Het leven lijkt op een gevangenschap. In deze toestand kunnen we eenvoudig niet begrijpen wat een gevangenis dat lichaam van ons is. De dood is zo’n verlossing, net alsof je uit de gevangenis ontsnapt bent. Daar kan ik het naar mijn weten het beste mee vergelijken.””

Bijna-dood ervaringen (6) De grens
Toen zag ik mijn vader, precies zoals hij was toen hij nog leefde, en hij zei tegen me: ‘Kom hier, hier is het goed toeven.’ Ik wilde naar hem toe rennen, maar dat lukte niet, want er was een grens tussen ons. Ik kan de grens niet beschrijven. Het was een muur waar ik doorheen kon kijken. Toen hoorde ik een donkere stem die overal leek te zijn, die vroeg: ‘Wie?’ Ze bedoelden mijn identiteit. En toen [kwamen] de woorden: ‘nog niet.’ …

Bijna-dood ervaringen (5) Levensoverzicht
Bij de aankomst in de andere wereld krijgt de mens een levensoverzicht. Dat wordt vaak beschreven als een film die afgedraaid wordt. Alleen wordt daarbij ook gevoeld wat men ziet, en ervaart men ook wat de anderen gevoeld hebben van onze daden.

Bijna-dood ervaringen (4) Familie of een religieuze autoriteit ontmoeten
Ik zag mijn ouders naar me toekomen, ze zagen eruit zoals ik ze me altijd herinnerde. Ze leken volstrekt niet verbaasd te zijn om me te zien, het leek er eigenlijk op dat ze me opwachtten en zeiden: ‘We hebben op je gewacht’.

Bijna-dood ervaringen (3) De tunnel
Ik kreeg een zeer ernstige allergische reactie op een plaatselijke verdoving en ik stopte gewoon met ademen – ik kreeg een ademstilstand. Het eerste wat er gebeurde – heel vlug al – was dat ik met supersnelheid door dit donkere, zwarte vacuüm ging. Je zou het kunnen vergelijken met een tunnel, denk ik. Ik had het gevoel dat ik in een achtbaan in een pretpark zat, met een enorme snelheid door deze tunnel.

Bijna-dood ervaringen (2) Het bewustzijn verlaat het fysieke lichaam
Toen de pijn op z’n hevigst was, hield hij plotseling op en merkte ik dat ik tegen het plafond zweefde. Ik kon mezelf niet zien, er hing een soort waas. Toen ik me vooroverboog om te proberen onder mijn lichaam te kijken, had ik het gevoel dat ik naar beneden zou vallen. Hoewel ik mijn lichaam niet kon zien, kon ik verder alles in de kamer wel zien, zoals de telefoon die vanuit het bed niet zichtbaar was. Ik kon ook alles horen wat er gebeurde. Ik hoorde de zuster, die nog steeds probeerde me mijn been te laten bewegen, uitroepen: ‘Mijn God, ze is dood.’

Bijna-dood ervaringen (1)
De ervaring dat men het fysieke lichaam verlaat, doorheen een tunnel naar een mystiek licht gaat, een levensoverzicht krijgt, bekenden tegenkomt en terug moet.

C.G. Jung: ontmoetingen met doden
“Ongeveer zes weken na zijn dood verscheen mijn vader me in een droom. Plotseling stond hij voor me en zei dat hij terugkwam van vakantie. Dat was een onvergetelijke belevenis, die me er voor het eerst toe dwong na te denken over het leven na de dood,” zo vertelt Jung.

Pico della Mirandola over de opgang naar de hemel
“Ten tweede: voor een doodzonde van een eindige tijd is geen oneindige tijdelijke straf verschuldigd, maar slechts een eindige straf.” Deze vermetele uitspraak kwam uit de mond van de renaissance filosoof Pico della Mirandola. Het werd hem door de katholieke kerk niet in dank afgenomen. De manuscripten waarin deze godslasterlijke uitspraken stonden, werden aan de brandstapel vrijgegeven.

Ludwig Feuerbach: de hemel als illusie
Volgens de Duitse filosoof Ludwig Feuerbach projecteerde de mens zijn innerlijk, zijn aspiraties en verlangens op een hemels scherm, uitvergroot. Een van die verlangens was dat naar eeuwig leven. Maar het geloof in een leven na de dood was slechts een truc om de uitzichtloosheid van de dood te compenseren.

Sigmund Freud: religie als illusie
Freud zag religie als de ‘vijand’: “Ik maak er noch in de omgang noch in mijn geschriften een geheim van, dat ik volstrekt ongelovig ben.” Hij zag religie als een vorm van culturele neurose; het was een overblijfsel van de hulpeloosheid van het kind, dat in het volwassen leven bleef voortduren.

Edgar Allan Poe: The Raven
De Amerikaanse dichter en schrijver Edgar Allan Poe (1809-1849) is vooral bekend geworden door zijn gedicht The Raven. Het werd in enkele tijdschriften gepubliceerd en was een sensatie. Het is nog steeds een van de beroemdste gedichten in de Amerikaanse literatuur.

Marx en Lenin over religie
“Er waart een spook door Europa – het spook van het communisme. Alle machten van het oude Europa hebben zich in een heilige drijfjacht op dit spook verbonden, de paus en de tsaar, Metternich en Guizot, Franse radicalen en de Duitse politie.” Zo luidde de inleiding van Karl Marx’ ‘Communistisch manifest’. Dat de ‘paus’ – die staat voor de georganiseerde christenheid – meedeed aan de heilige drijfjacht op het communistische spook was wel begrijpelijk: het communisme wilde de religie afschaffen. Hoe kwam dat?

Het neoplatonisme van Proklos
“Waarlijk, ik smeek u, rijk mij uw hand en voer mij, vermoeide, op uw wind naar de haven van vroomheid,” bad de neoplatonist Proklos tot Hekate, de moeder der goden. Hij had wel enige ervaring in het opstijgen naar de haven van vroomheid, naar de hemel.

Nietzsche: Blijf de aarde trouw!
De dolle mens sprong midden tussen hen in en doorboorde hen met zijn blikken. ‘Waar God heen is?’ riep hij uit. ‘Dat zal ik jullie zeggen! Wij hebben hem gedood – jullie en ik! Wij allen zijn zijn moordenaars! […] God is dood! God blijft dood! En wij hebben hem gedood! Hoe zullen wij ons troosten, wij moordenaars?”

Het universalisme van de Cambridge platonisten
De Platonisten van Cambridge vormden een groep filosofisch geschoolde theologen in de 17e eeuw. Zij grepen terug naar het platonisme, dat leerde dat alles wat uit God voortkwam, naar hem zou terugkeren. Ook alle engelen en mensen dus, ook alle afvalligen en zondaars.

William Blake: Huwelijk tussen Hemel en Hel
William Blake (1757-1827) wist wel een en ander over hemel en hel. Maar zijn visie daarop verschilde volkomen van de gebruikelijke, hij had een heel eigen kijk op goed en kwaad. Die zette hij poëtisch uiteen in zijn bekendste werk The Marriage of Heaven and Hell

Goethe: Het lijden van de jonge Werther
Tegen het eind van de 18e eeuw had Goethe zijn brievenroman gepubliceerd: ‘Die Leiden des jungen Werthers’. Vele jongelingen identificeerden zich met de held Werther, die leed onder een onmogelijke liefde. Wel waren Werther en Lottes harten vereend als zij hun zielen met elkaar deelden, maar helaas, Lotte was aan een ander uitgehuwelijkt.

David Hume over het ontbreken van een hiernamaals
“Maar wat moet een wijsgeer denken van die onvruchtbare denkers, die, in plaats van de tegenwoordige stand van zaken als het enige voorwerp van hun overwegingen te nemen, de hele loop der natuur zo omdraaien, dat zij dit leven slechts tot een doorgang maken naar iets anders, een poort die naar een groter en totaal andere verblijfplaats voert?”

L’ enfer c’est les autres!
“L’ enfer c’est les autres”, laat Sartre een van de acteurs in zijn toneelstuk ‘Huis clos’ zeggen. Het zijn beroemde woorden geworden, die niet bepaald getuigen van een positieve inschatting van de relaties met de ander, van de samenleving. Opmerkelijk vond ik de reactie van de ondertussen bekend geworden Vlaamse psycholoog Dirk De Wachter.