Artikels
Kerkgeschiedenis

Noord-Germaanse verhalen over leven na de dood
Majestueus verhief zich, in het midden van de kosmos, de wereldboom Ygdrasil. Het was een reuzen-es met de wortels diep in de onderwereld die met zijn takken naar de hemel reikte, zo beide met elkaar verbindend.

Germaanse necromantie
De meeste doden schikten zich in hun nieuwe toestand en wilden, nu ze daar vrede mee genomen hadden, liefst niet gestoord worden in hun eeuwige rust. Deze doden hadden dan weer last van de levenden die hen kwamen raadplegen, de necromantiërs.

Weerspannige doden
Een probleem was dat er altijd wel doden waren die gewoon geen zin hadden om dood te zijn, zij wilden leven en probeerden daar hardnekkig aan vast te houden. Dat gaf voor de levenden vaak problemen.

De hemelpoorten op een kier
Een jonge, ongetrouwde vrouw, Mary Cabot, houdt een dagboek bij waarin zij schrijft over haar ontroostbaar verdriet. Haar broer Roy is gesneuveld in de Burgeroorlog. Zou zij haar broer terugzien in de hemel?

Petrarca over de weg naar de hemel
Laura was de oorzaak geweest van een emotionele crisis. Het verlangen naar haar (en ook naar roem) – met andere woorden het aardse – stond op gespannen voet met het verlangen naar het hemelse. Deze tweespalt ontdekt Petrarca door zich te bezinnen over sterfelijkheid.

Marsilio Ficino over de zeven hemelen
“Nu ben ik buiten mijzelf en toch ben ik mijzelf niet kwijt, want ik stijg boven mijzelf uit. Ik sta in vuur en vlam, geheel en al, en ik val niet terug, want ik word boven alles uitgetild.” Zo ervoer Ficino zijn opstijgen door de hemelsferen.

Lorenzo Valla: de hemel van de renaissance
Lorenzo Valla verveelde zich nogal als hij zich de eeuwige contemplatieve staat van de gelovigen in de hemel voorstelde. Pure contemplatie, zonder passie, bewegingloos naar God staren, dat strookte niet met wat de mens is, met hoe de mens is. De mens wil beweging, plezier ook, hij wil leven, passie, vergroting van kennis, de mens wil voelen, verlangens koesteren, schoonheid bewonderen, ook die van vrouwen.

Predestinatie bij Augustinus, Luther en Calvijn
Predestinatie betekent dat God naar zijn mysterieuze raadsbesluit de enen heeft verdoemd, de anderen begenadigd. Zo beweerden althans Augustinus, Luther en Calvijn.

Spurgeon, de prins der predikers, over hemel en hel
Spurgeon verstond de kunst zijn publiek te boeien, elke zondag luisterden enkele duizenden gelovigen naar hem in zijn kerk in Zuid-Londen. Zijn kerk zou destijds de grootste ter wereld zijn geweest. Hij sprak in pakkende beelden, die nog steeds tot de verbeelding spreken.

De rol van de hel in opwekkingsbewegingen
De God, Die u boven de put van de afgrond houdt, heeft een afschuw van u en is vreselijk getergd. Zijn toorn brandt tegen u als een vuur. Hij acht u tot niets anders waardig dan in het vuur geworpen te worden. Hij is te rein van ogen om op u in deze staat in gunst te zien. U bent tienduizend maal afschuwelijker in Zijn ogen dan de hatelijkste slang in onze ogen.

Alverzoening in piëtistische kringen
Johann Wilhelm Petersen (1649–1727) was een Duits theoloog en mysticus. Samen met zijn vrouw Johanna Eleonora ontwikkelde hij een vorm van spiritualiteit die gelieerd was aan het piëtisme. Daarin betoogde men dat iedereen uiteindelijk gered zou worden, ook de duivel.

Dante Gabriël Rossetti: zij wacht op hem in de hemel
Rossetti is een romanticus: hij heeft meer belangstelling voor de ongenaakbare geliefde, omdat zij dood is of afwezig, dan voor zijn eigen vrouw. Hij schildert dan ook vrouwen met een verwoestende schoonheid, met vurige kleuren, imponerend en onbereikbaar. Ook de geliefde die dood is, begraven is, heeft zijn belangstelling,

Novalis – de roep van de overkant
Novalis was erg aangeslagen toen zijn geliefde Sophie stierf. Toch meende hij in zijn innerlijk ‘ongenoemde krachten’ waar te nemen. Novalis had het over ‘magisch idealisme’; daardoor zou de mens zichzelf kunnen genezen, maar ook zichzelf, kunnen doden. Novalis wilde, toen zijn geliefde gestorven was, zich bij haar vervoegen, niet door zelfmoord te plegen, maar door middel van dit ‘magisch idealisme’: de kracht en de magie van de wil.

Erasmus over de hemel, hel en vagevuur
Het leek me alsof ik bij een klein bruggetje stond, dat naar een heel mooie wei voerde. Het groen van het gras en het gebladerte was nog liefelijker dan smaragd; de bloempjes lachten me toe als bonte sterren, in een ongelooflijk kleurenpalet; alles geurde zo heerlijk, dat de weiden aan deze kant van de rivier die de scheiding vormde met dat sprankelende veld doods leken, zonder glans en dor, in plaats van levend en frisgroen.

Het hemels visioen van Savonarola
Vanaf dat moment vervolgden we vredig de reis die we hadden ondernomen en kwamen we bij de hemelpoorten, die omgeven waren door een zeer hoge muur van edelstenen en het hele universum leken te omsluiten. Op de top ervan zaten engelbewaarders, die lieflijk zongen wat in Jesaja staat geschreven: “Sion is onze sterke stad; de Heiland zal er een muur en een bolwerk plaatsen.” We klopten zonder uitstel aan op de poorten.

Leibniz: ieder maakt zijn eigen hemel of hel
Er was eens een kluizenaar die er erg aan leed dat zovelen zouden verloren gaan. Hij bad daarom tot God, hoe kon Hij de ondergang van zovele van zijn kinderen aanzien? Kon God niet de ongelukkige demonen weer in zijn genade opnemen? God, die de liefde van de kluizenaar zag, verzekerde deze ervan dat er geen hindernissen waren: iedereen die om vergeving vroeg, zou in zijn genade worden opgenomen. Blij gestemd ging de kluizenaar op pad, en kwam aan bij Beëlzebul, de vorst van de duivels.

De maagd van Schiedam
Toen Liedewij van Schiedam vijftien jaar was, kwam ze op het ijs ongelukkig ten val. Daardoor zou zij achtendertig jaar lang het ziekbed houden en veel lijden. In haar lijden richtte zij zich op het lijden van Christus, en zo zou zij voor velen tot zegen zijn.

De katholieke kerk in de eeuw van de Verlichting
“Maar alles lijkt nu samen te werken om het christelijk geloof te reduceren tot de angst voor God, en de angst voor God tot de angst voor de dood.” Dat had de katholieke kerk dus te bieden – in de 18e eeuw. Toch waren er ook andere geluiden.

Weerzien van de geliefde in de hemel
De eeuwige contemplatie van God, waar Thomas van Aquino zo naar uitzag, kon niet iedereen bekoren, menigeen vond deze hemel te bloedloos, de hartstocht ontbrak. In de 12e eeuw was weer aandacht ontstaan voor de liefde, voor de passies van het hart. Zou die niet ook in de hemel terug te vinden zijn?

John Bunyan: de christenreis
John Bunyan schreef een stichtelijk boek: ‘De christenreis’. Het zou naast de Bijbel het meest vertaalde en verkochte boek ter wereld worden. Daarin wordt middels een allegorie de pelgrimsreis beschreven die elke ziel heeft af te leggen, een reis die leidt naar het hemels Vaderland.

Gregorius de Grote over hemel en hel
Paus Gregorius de Grote schreef in zijn ‘Dialogen’ over enkele bijna-dood ervaringen. Een zekere Petrus, een monnik uit Iberië, was ziek geworden en stierf, maar keerde kort daarna terug in het lichaam. Hij had toen met eigen ogen de hellestraffen gezien met talloze vuren, hij had er zelfs enkele machtigen der aarde herkend.

Het Elucidarium van Honorius
Het Elucidarium (‘Verheldering’) van Honorius is een traktaat in dialoogvorm tussen een meester en zijn leerling over de belangrijke zaken betreffende God en mensen. Honorius vertolkte de traditionele katholieke geloofsvoorstellingen voor een groot publiek, ook over wat de mens te wachten stond na zijn heengaan.

Over het belang van voorbede: het visioen van Karel de Dikke
Vrijwel onmiddellijk werd Karel in de geest weggevoerd door een verschijning die een bol draad bij zich droeg die het zuiverste licht uitstraalde. Hij wikkelde die af en nodigde Karel uit het eind van de draad stevig om de duim van zijn rechterhand te wikkelen. Zo zou hij veilig geleid worden doorheen de onmenselijke straffen in de gebieden van de hel.

Jezus gedoopt in vuur?
“En wanneer Jezus naar de rivier de Jordaan ging, waar Johannes doopte, en hij in het water stapte, ontbrandde er een vuur in de Jordaan.” Dat lezen wij niet in onze evangeliën. Toch is dit een van de oudste teksten die we hebben over Jezus’ doop.

Een Middelnederlandse tekstvariant van het evangelie
Het ‘Luikse diatessaron’, in het Middelnederlands: Ganc ten papen van der wet. En vertoegh di hen. En offer he alselke offerande alse moyses gheboet in der wet.

De mystiek van Origenes
Waarom het denken en het leven van een mens bestuderen? Op zich hoeft dat geen zin te hebben. Maar als die mens ons iets te zeggen heeft over de uiteindelijke werkelijkheid van het leven, van ons leven, dan is het zeer de moeite waard daarnaar te luisteren. Origenes was zo een man.

Voedselwetten voor christenen
Een collega van me, die het vak ‘jodendom’ geeft, zei me eens dat wij christenen tenslotte ook voedselwetten hebben. Ik was nogal verbaasd, want behalve dat ik probeer ongezonde dingen uit mijn dieet te laten (het is een eeuwig streven) hield ik me toch niet bepaald aan ‘voedselwetten’. Hoe mijn collega mijn stilzwijgen interpreteerde weet ik niet, maar hij wees me toch maar op een tekst uit Handelingen waar staat dat christenen uit de heidenen (dat zijn wij dus) “zich dienen te onthouden van wat door de afgodendienst bezoedeld is, van ontucht, van vlees waar nog bloed in zit en van het bloed zelf” . Tja, hoe zat dat eigenlijk?

“De aarde die rond de zon draait? Welk een godslasterlijke wartaal!”
Voor ons is het vanzelfsprekend dat de aarde rond de zon draait, dat hebben we immers op school geleerd. Wat we zien is echter iets anders: de zon draait om de aarde. Dat laatste was dan ook het niet onbegrijpelijke standpunt tot de 16e eeuw. Men hing het zogenaamde ptolemaeïsche stelsel aan. Toen Copernicus de zaken radicaal omkeerde, was dat voor gelovigen aanleiding te gaan schelden.

Christelijke denkers over evolutie
Al staan sommige christenen tegenwoordig huiverig tegenover de gedachte aan evolutie (want God heeft toch alles geschapen?), vroegere christelijke denkers hadden het daar niet zo moeilijk mee. Lang voor Darwin was dat.