Artikels
Kerkgeschiedenis

Hemel en hel in de vroeg-christelijke kerk – de hel
De evangelist Marcus beschrijft de Gehenna als een plaats met onblusbaar vuur, “waar de wormen blijven knagen en het vuur niet dooft.” Christenen uit de eerste eeuwen van onze jaartelling zouden deze hel wat in wat fellere kleuren schilderen.

Hemel en hel in de vroeg-christelijke kerk
Eens zou de dag komen waarop men het tijdelijke met het eeuwige verwisselde, en het was te hopen dat men rechtvaardig en goed geleefd had en in de hemel kwam. De hel was een verschrikking waaruit het raadzaam was weg te blijven.

De mystiek van Origenes
Waarom het denken en het leven van een mens bestuderen? Op zich hoeft dat geen zin te hebben. Maar als die mens ons iets te zeggen heeft over de uiteindelijke werkelijkheid van het leven, van ons leven, dan is het zeer de moeite waard daarnaar te luisteren. Origenes was zo een man.

Voedselwetten voor christenen
Een collega van me, die het vak ‘jodendom’ geeft, zei me eens dat wij christenen tenslotte ook voedselwetten hebben. Ik was nogal verbaasd, want behalve dat ik probeer ongezonde dingen uit mijn dieet te laten (het is een eeuwig streven) hield ik me toch niet bepaald aan ‘voedselwetten’. Hoe mijn collega mijn stilzwijgen interpreteerde weet ik niet, maar hij wees me toch maar op een tekst uit Handelingen waar staat dat christenen uit de heidenen (dat zijn wij dus) “zich dienen te onthouden van wat door de afgodendienst bezoedeld is, van ontucht, van vlees waar nog bloed in zit en van het bloed zelf” . Tja, hoe zat dat eigenlijk?

Zeven hemelen
“In de zevende hemel”, het is een ideale naam voor een cafeetje waar men na een deugddoende doch vermoeiende wandeling eindelijk kan uitrusten. De uitdrukking duidt op een toestand van algeheel geluk. Het idee van zeven hemelen bestond al heel vroeg. In het oude Babylonië al. Niet alleen heidenen, maar ook heel wat christenen en joden geloofden in het bestaan van zeven hemelen.

“De aarde die rond de zon draait? Welk een godslasterlijke wartaal!”
Voor ons is het vanzelfsprekend dat de aarde rond de zon draait, dat hebben we immers op school geleerd. Wat we zien is echter iets anders: de zon draait om de aarde. Dat laatste was dan ook het niet onbegrijpelijke standpunt tot de 16e eeuw. Men hing het zogenaamde ptolemaeïsche stelsel aan. Toen Copernicus de zaken radicaal omkeerde, was dat voor gelovigen aanleiding te gaan schelden.

Dionysius de Areopagiet
Het christendom was een barbaarse filosofie, vond Proclus, de laatste grote neoplatonist. Die christenen hadden het aangedurfd het beeld van de godin Athena te verwijderen uit het pantheon. Het verhaal gaat dat de godin toen aan Proclus verscheen in een droom; zij vroeg hem zijn huis in te richten zodat zij bij hem kon intrekken. Het was een tijd waarin christenen steeds meer macht kregen en die ook gebruikten, zoals tegen de godslasterlijke filosofie van het neoplatonisme. Met Proclus ging het neoplatonisme ten onder, maar vreemd genoeg stond het met Dionysius de Areopagiet weer op, en wel in christelijk gewaad.

Christelijke denkers over evolutie
Al staan sommige christenen tegenwoordig huiverig tegenover de gedachte aan evolutie (want God heeft toch alles geschapen?), vroegere christelijke denkers hadden het daar niet zo moeilijk mee. Lang voor Darwin was dat.