Op de markt van de liefde was concurrentie niet ongewoon. Soms was het nodig een mededinger uit te schakelen en een beproefd middel hierbij was magie. Vanaf de 4e eeuw v.Chr. werden daartoe vloektabletten geschreven. Er waren vloeken die scheiding tussen geliefden bewerkten en vloeken die degene op wie men zelf een oogje had laten vallen tot je moesten aantrekken. Magie was de kunst om bovennatuurlijke krachten te manipuleren om in de materiële wereld dingen gedaan te krijgen. Door precieze formules uit te spreken kon men goden of demonen tot handelen dwingen. Vaak werden vloeken geschreven op een dun loden blad dat nadien werd opgerold rond magische kruiden, of het werd toegeplooid en met een ijzeren spijker doorstoken. Men schreef de vervloeking op lood – zo werd later uitgelegd – omdat dat ‘koud’ was, en een treffende voorafbeelding was van wat de vervloekte te wachten stond: lood was ‘zonder waarde’, ‘zonder glans’. Toch werden ook veel vervloekingen geschreven op gewoon papyrus en op wassen schrijftabletten. Vloektabletten werden wel in een poel of rivier gegooid, maar liever toch in de grond of in een graf begraven, dicht bij de chtonische goden van de onderwereld. Het idee was dat de doden een soort boodschappers waren die de vloek tot vervulling zouden brengen. Soms werd samen met een vloektablet ook een poppetje begraven dat het slachtoffer voorstelde. Het kon om een loden poppetje gaan dat met bronzen of ijzeren banden omwikkeld was, of het werd met spijkers doorboord, met als doel de vloek aan de persoon te binden. Vloeken werden gebruikt voor verschillende doeleinden op juridisch en commercieel vlak, bij wedstrijden, tegen dieven en lasteraars, maar dus ook in het kader van verliefdheden. Ook de eigen fysieke schoonheid en seksuele aantrekkelijkheid konden door een bezwering vergroot worden.
Een voorbeeld van een erotische bezwering: “Aan Aphrodite om de liefde te ontsteken in een zekere Ammonius, zoon van Helena, voor Serapicus, zoon van een slavenvrouw.” Dat is een positieve benadering, maar het kon ook anders: “[Ik wens] dat Theodora zal mislukken [in haar relatie] met Charias, dat Charias Theodora vergeet en haar kind, en dat Charias de liefde vergeet met Theodora.” Hier moet een concurrent in de liefde verdwijnen. Soms werd een concurrent met impotentie vervloekt.
In een tijd waarin het gebruikelijk was dat een jonge vrouw door haar familie werd uitgehuwelijkt, was het niet eenvoudig als je alleen in het leven stond. Kwam dan maar eens aan een man. In de 4e eeuw v.Chr. scrheef zo’n alleenstaande vrouw een vloek, gericht tegen haar mededingster Thetima, die met Dioysophon dreigde te trouwen, terwijl de schrijfster, Phila, zelf een oogje op hem had. Zij stopte de vloek in het graf van een zekere Macron.
Registratie van de rite en het huwelijk van Thetima en Dionysophon, en alle andere vrouwen, weduwen en maagden samen, maar vooral Thetima, en ik leg deze vloek neer met Macron en de demonen. Als ik het ooit weer opgraaf, afrol en dit tablet weer lees, dan mag Dionysophon trouwen, maar niet eerder. Moge hij geen vrouw nemen dan mij alleen, en laat mij oud worden aan de zijde van Dionysophon, en geen andere vrouw. Ik ben een smekende vrouw voor u. Heb medelijden met Phila, beste demonen. [… lacune] Ik heb geen vrienden of familie en ik ben alleen. Maar bewaar deze tekst voor mij, zodat deze dingen niet zullen gebeuren en zodat de boze Thetima vernietigd wordt op een passende boze wijze. [… lacune] Moge ik gelukkig worden en gezegend.
Het is heel goed mogelijk dat niet alleen verliefdheid, maar ook financiële zekerheid motieven waren voor deze vervloeking – de vrouw stond er immers alleen voor. In ieder geval dienden het potentiële huwelijk van Thetima met Dionysophon afgewend te worden, ook dat van eventuele andere vrouwen. De aanvang van de vloek, ‘Registratie’ (katagraphoo) is een quasi-wettelijke term die gebruikt werd voor de machten van de onderwereld. De wens die op het laatst wordt uitgesproken, dat Thetima vernietigd zal worden, is ongewoon voor vroege vloektabletten.
Het kon ook gebeuren dat je passioneel verliefd was op iemand, en zelf wilde afkomen van die verliefdheid. Het overkwam keizerin Faustina, die gehuwd was met de bekende keizer-filosoof Marcus Aurelius (2e eeuw n Chr.). Zijn biograaf Julius Capitolinus schreef hierover:
Sommigen zeggen (en het zou heel goed waar kunnen zijn) dat Commodus Antoninus, zijn [Marcus Aurelius’] zoon en erfgenaam, niet uit hem is geboren, maar uit een overspelige relatie, en ze hebben het volgende soort verhaal samengeweven uit ordinaire roddels. Ze zeggen dat Faustina, de dochter van Antoninus Pius en de vrouw van Marcus Arelius, ooit verliefd werd op een gladiator toen ze hem in een gezelschap voorbij zag komen. Ze leed hierdoor aan een langdurige ziekte en bekende uiteindelijk deze liefde aan haar man. Marcus verwees de zaak naar de Chaldeeën. Hun raad was dat de gladiator gedood moest worden en dat Faustina zich in zijn bloed moest baden en dan in deze toestand met haar man naar bed zou gaan. Dit werd precies zo gedaan en ze werd bevrijd van haar liefde […].
Magiërs wisten dat bloed erotische passie verdreef. Ook Plinius de Oudere (1e eeuw n.Chr.) deelt mee dat als een vrouw haar lendenen insmeerde met bloed van een teek van een zwarte wilde stier, zou zij walgen van seks.
Een andere vervloeking uit de 2e eeuw n.Chr.:
Ik bind je, Theodotis, dochter van Eus, aan de slangenstaart, de bek van de krokodil, de horens van de ram, het gif van de adder, de snorharen van de kat, het volgeling van de god, zodat je nooit in staat zult zijn om seks te hebben met een andere man, niet zult worden genaaid of sodomie zult bedrijven of orale seks zult geven, en niets zult doen dat je plezier bezorgt met een andere man, tenzij ik alleen, Ammonion, de zoon van Hermitaris, die man ben. Want ik alleen ben LAMPSOURÊ OTHIKALAK AIPHNÔSABAÔ STÊSEÔN UELLAPHONTA SANKISTÊ CHPHURIS ei. Voltooi deze erotische bindingsspreuk, deze die Isis gebruikte, zodat Theodotis, de dochter van Eus, zich niet langer zal onderwerpen aan penetratie door een andere man dan ik alleen, Ammonion, de zoon van Hermitaris, meegesleurd in slavernij, tot waanzin gedreven, naar de lucht op zoek naar Ammonion, de zoon van Hermitaris, en dat ze haar dij op mijn dij mag leggen, haar geslachtsdelen op mijn geslachtsdelen, voor seks met mij gedurende haar hele leven […]
Het taalgebruik is hier erg expliciet, maar het verlangen van Ammonion is wel dat hij met Theodotis de rest van zijn leven zal doorbrengen. Opmerklijk zijn de magische woorden (in kapitaal) die men wel nomina barbara noemt. Dat zijn geheime, barbaarse (niet-Griekse,) bizar klinkende woorden die geen eigenlijke betekenis hebben maar waarin godsnamen of delen ervan voorkomen. Degene die de vloek uitspreekt verbindt zich door de woorden met de demon. In deze vervloeking verbind hij zich ook met de godin Isis, de bezwering heet ook door Isis te zijn gebruikt.
Het uitspreken van een bezwering kon ook gepaard gaan met een praktische handeling, zoals het insmeren van de eigen genitaliën met een lotion.
Vulva-sleutel. Neem een kraaienei, het sap van de kraaienpootplant, de gal van een rog uit de rivier, verwerk ze samen met honing, en zeg de bezwering wanneer je dit bereid en zalf je geslachtsdelen ermee. De gesproken bezwering is: “Ik zeg je, baarmoeder van (vul haar naam in), ga open en ontvang het zaad van (vul jouw naam in) en het ongecontrolleerde zaad van IARPHE ARPHE (schrijf dit). Lat (vul haar naam in) heel haar leven van me houden, zoals Isis van Osiris hield, en laat haar kuis blijven voor mij zoals Penelope deed voor Odysseus. Jij, baarmoeder, herinner me mijn hele leven, want ik ben AKARNACHTHAS.” Zeg deze dingen terwijl je de stoffen bewerkt, en wanneer je je geslachtsdelen zalft, en zo seks hebt met de vrouw die je wilt. Ze zal alleen van jou houden, en niemand anders dan jij zal met haar seks hebben.
De mythologische toespelingen (hier op Isis – Osiris en Peneolpe – Odysseus) noemt men een historiolas. Die komen vaker voor in dergelijke bezweringenen. Zij vormen een goddelijk precedent voor het tot stand komen van de vervulling van de bezwering. We proeven in deze bezwering een zekere bezorgdheid om de trouw van de geliefde.
Amuletten waren meestal kleine metalen plaatjes met afbeelding en tekst, die om de hals gedragen werden. Maar in de Romeinse keizertijd konden het ook spreuken zijn die op zilveren lamellen of op papyrus werden geschreven, opgerold zoals vloektabletten en dan in een bronzen koker rond de hals gedragen werden. Zij hadden een beschermende werking tegen allerlei mogelijk onheil. Dit onheil kon nog het best afgeweerd worden met een amulet in de vorm van een fallus dat immers een symbool was van vruchtbaarheid en welvaart. Maar amuletten konden ook het positieve bewerken, zoals aandacht van het andere geslacht. Hieronder een amulet geschreven op een gouden lamel, die de gunst van Aphrodite, godin van liefde en vruchtbaarheid, schenkt met het daarbijhorende seksuele succes. De geheime naam van Aphrodite (ik kapitalen) wordt genoemd, waarin we de namen van de goden Ptha en Mithras herkennen.
OP PAOCHOI. De naam van Aphrodite: PAITH PHTHA PHÔZA PAIPHÔUTH LAEILAPS CHERSUBAÔ MITHRÊI. Schenk genade, succes voor haar met alle mannen en vrouwen, en vooral voor de man voor wie ze het zelf wenst.
Mochten magie en amuletten tegen alle verwachting in niet werken, dan kon men nog steeds natuurlijke middeltjes gebruiken.
Om veel te kunnen copuleren, wrijf vijftig kleine pijnpitten fijn met twee maten zoete wijn en twee peperkorrels en drink het op. Om een erectie te krijgen: wrijf twee peperkorrels fijn met wat honing en smeer je zaakje ermee in.
Tot slot wil ik de lezer enkele nuttige tips meegeven die Plinius de Oudere geeft in zijn Naturalis historia, al moet gevreesd worden dat deze middeltjes bij de moderne lezer de lust tot seks eerder zullen doen afnemen dan toenemen. Een gedeelte uit Plinius’ aanbevelingen:
De geslachtsdrift wordt door de volgende middeltjes geprikkeld: een smeersel van wilde zwijnengal, een drankje van varkensmerg of een zalf van ezelstalg en vet van een mannetjesgans; verder het door Vergilius beschreven vocht dat een merrie afscheidt nadat ze gedekt is, de testikels van een paard die zo gedroogd zijn dat ze in een drankje verpulverd kunnen worden, de rechtertestikel van een ezel in wijn gedronken in de juiste dosering of als amulet in een armband gedragen en het schuim dat een ezel na de paring afscheidt, volgens het recept van Osthanes opgevangen in een rode lap en gevat in een zilveren hanger.