Ik kreeg een zeer ernstige allergische reactie op een plaatselijke verdoving en ik stopte gewoon met ademen – ik kreeg een ademstilstand. Het eerste wat er gebeurde – heel vlug al – was dat ik met supersnelheid door dit donkere, zwarte vacuüm ging. Je zou het kunnen vergelijken met een tunnel, denk ik. Ik had het gevoel dat ik in een achtbaan in een pretpark zat, met een enorme snelheid door deze tunnel.
Ik had het gevoel dat ik door een diepe, heel donkere vallei bewoog. De duisternis was zo diep en ondoordringbaar dat ik absoluut niets kon zien, maar dit was de meest wonderbaarlijke, zorgeloze ervaring die je je kunt voorstellen.
Dit doet denken aan de Bijbelse vallei van de dood: “Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij,” wat hier symbolisch staat voor een moeilijke, donkere tijd in het leven. In bijna-dood ervaringen wordt de ervaring van door een tunnel te gaan soms als minder prettig ervaren:
… Al gauw bevond ik mij in een donkere ruimte, een soort tunnel, waar geen eind aan leek te komen. Terug kon ik niet, maar doorworstelen leek ook afschuwelijk, want kwam ik er ooit wel uit? Of zou ik onderweg ergens stikken van benauwdheid? De tunnel gaf mij namelijk bijna geen ruimte, hield mij strak omkneld. Na een lange tijd – meer dan een verschrikking – mij door de tunnel gedrukt te hebben, kwam er aan het eind iets van licht, en na stevig doorploeteren stond of was ik dan in dat volkomen schijnsel, dat mij in zijn geheel leek te omarmen…
We zagen dat rabbijnen het hadden over een goede dood als “een haar dat uit de melk getrokken wordt.” Maar zij spreken ook over het verlaten van het lichaam “als een verward touw dat door een nauwe opening wordt getrokken,” en dat pijnlijk lijkt te zijn. Het ‘schijnsel’ dat genoemd wordt, komt bijna altijd voor. Doorheen de tunnel wordt men naar het licht getrokken, soms begeleid door andere wezens. Dit is ook mooi tot uitdrukking gebracht in een schilderij van Jeroen Bosch: ‘De tunnel van licht’, dat deel uitmaakt van het vierluik ‘Visioenen van het Hiernamaals’ (ca. 1490). Men heeft de ervaring dat het licht steeds groter wordt, intenser, tot men er geheel wordt door opgenomen, wat een heerlijk gelukzalig gevoel geeft.
Ik zweefde met een enorme snelheid door de spiraalvormige trechter en hoe verder of hoger ik kwam in mijn beleving, hoe meer de donkerte veranderde in licht. […] Op mijn weg naar boven, naar dat alles omvattende licht, zal ik talloze andere ‘wezens’ die ook op weg waren. […] Het licht dat ik nu naderde was een soort licht dat ik nog nooit gezien had en niet te vergelijken is met enig ander licht zoals zonlicht. Het was wit en zeer fel, hoewel je er toch zonder moeite in kon kijken.
Een belangrijk kenmerk, vertelt Kübler Ross, is dat we bij het sterven door iets heengaan dat een overgang symboliseert. Dat kan een poort zijn, een brug of tunnel. Als we daar doorheen of overheen gaan, ontwaren we een sterk licht, dat is pure spirituele energie. Ook hier zien we duidelijke overeenkomsten met verhalen uit de oudheid, die alle gewagen van een poort, brug, of ladder. In het zoroastrisme werd de Chinvatbrug een brug van oordeel voor elke individuele ziel. Als het goede in iemand doorwoog werd men waardig geacht het Paradijs te betreden, de brug daarnaar verbreedde zich dan. Als het slechte doorwoog viel men van de smal geworden brug naar beneden, de hel in. Maar ook Gregorius de Grote weet in de 6e eeuw van verhalen over gestorvenen die over een brug heen moesten. Die brug was over de hel gespannen en voerde naar het paradijs, maar vormde ook een godsoordeel. In de christelijke middeleeuwen speelde de brug weer een belangrijke rol, zoals we zagen. In Israël en Mesopotamië wist men van een poort die toegang gaf tot de onderwereld, waar de doden verbleven. Moody noemt iemand die de ervaring had een wenteltrap op te gaan, zoals eertijds de farao – wat imposanter – via zijn trappiramide of een zonnestraal ten hemel steeg. Ook de patriarch Jakob zag een ladder die tot de hemel reikte en de christelijke martelares Perpetua had een droom hadden van een ladder die hemelwaarts voerde. In volgende getuigenissen zullen we de tunnel nog meermaals tegenkomen.