Bijna-dood ervaringen (6) De grens

3 juni 2025

Toen zag ik mijn vader, precies zoals hij was toen hij nog leefde, en hij zei tegen me: ‘Kom hier, hier is het goed toeven.’ Ik wilde naar hem toe rennen, maar dat lukte niet, want er was een grens tussen ons. Ik kan de grens niet beschrijven. Het was een muur waar ik doorheen kon kijken. Toen hoorde ik een donkere stem die overal leek te zijn, die vroeg: ‘Wie?’ Ze bedoelden mijn identiteit. En toen [kwamen] de woorden: ‘nog niet.’ … Toen moest ik teruggaan, wat ik niet wilde, want ik had er zo’n goed gevoel bij. Opnieuw was ik in de tunnel, keerde snel terug, en tegelijkertijd kwam de pijn in mijn lichaam terug. Ik had ‘Nee, nee’ geroepen toen ik weer bij bewustzijn kwam. Vele dagen daarna had ik een vreemd gevoel [van:] waar ben ik? En ik miste mijn vader, die ik had gezien, heel erg.

Ik hoorde een steeds luider gefluister van een oudere vrouwenstem die bad: ‘O God, laat hem niet sterven, hij heeft werk voor u te verrichten.’ Het irriteerde me en het beviel me volstrekt niet. De Here Jezus pakte me bij min schouder, draaide me om, gaf me een vriendelijk duwtje en zei iets in de trant van: ‘Het is nog geen tijd voor jou.’ Toen kwam ik bij in het mortuarium.

Op een gegeven ogenblik ervaart de mens een grens die niet gepasseerd moet worden als hij wil terugkeren naar het aardse leven. Die grens kan een grijze mist zijn, een deur, een haag, een gewone lijn, of ook water. Eén getuige heeft het over een klein vaartuig dat naar de andere kant van het water zeilde, met aan de overkant bekende geliefden die de dode opwachtten. Dat doet natuurlijk denken aan de boot van Charon uit de klassieke literatuur. Een vrouw kwam in de hemel bij een huisje waar haar moeder woonde – precies het soort huisje waar zij tijdens haar leven altijd zo naar verlangd had. Maar de dochter mocht de drempel van dat huis niet overschrijden. “Toen ze smeekte: ‘mag ik binnenkomen?’, zei haar moeder: ‘nee, het is jouw tijd nog niet.’” Zoals bij de verschillende interpretaties van het ‘lichtwezen’ en de beschrijvingen van de hemel, wordt de ‘grens’ ook telkens op een subjectieve manier gezien of ervaren. Die grens kwamen we ook tegen in middeleeuwse verhalen, zoals die van Sint Brendaan, die met zijn mannen op een grote rivier stuit die het hele paradijselijke eiland waar zij aan land gegaan waren, doorliep. Ook de maagd van Schiedam kwam tot haar teleurstelling zo’n grens tegen.

Er zit dan voor de dode niets anders op dan terug te keren in het lichaam. Hij wordt weer geconfronteerd met de beperkingen van het lichaam, en heeft de grootste moeite om een luisterend oor te vinden voor zijn bijzondere ervaring.

Share This