De tenhemelopneming van Maria – een eerste versie

20 november 2023

‘Johannes’ boek over het ontslapen van Maria’ is waarschijnlijk een van de oudste versies over Maria’s levenseinde, in het Grieks op schrift gesteld. Het boekje vat als volgt aan: “Het verhaal van de heilige Johannes, de theoloog, over het ontslapen van de heilige Godbaarster.”

Al meteen wordt duidelijk dat volgens deze versie Maria wel degelijk de dood heeft gesmaakt. De geschiedenis gaat als volgt. Als Maria op een vrijdag naar haar gewoonte naar het graf van Jezus gaat om daar te bidden, “geschiedde het dat de hemelen geopend werden en dat de aartsengel Gabriël tot haar nederdaalde en zeide: ‘Wees gegroet, gij die onze god Christus hebt voortgebracht! Uw gebed, in de hemelen doorgedrongen tot de uit u Gesprotene, is aangenomen. En spoedig zult gij volgens uw begeerte, de wereld verlatende, naar de hemelen, tot uw Zoon, naar het ware en overgankelijk leven vertrekken.” Maria had niet alleen om haar levenseinde gebeden, maar ook dat de twaalf discipelen haar nog zouden komen bezoeken. Die worden door de heilige Geest daartoe aangesproken en begeven zich door de lucht, “met de wolken” naar Betlehem waar Maria vertoeft; de reeds ontslapen discipelen worden voor de gelegenheid opgewekt. De discipelen vertellen hoe zij een bericht kregen op te gaan naar Maria, verschillende keren wordt daarbij vermeld dat zij te horen kregen dat Maria zou “overlijden”, “ontbonden worden”, zou “sterven”. Zoals te verwachten viel bij zulk een bijzonder moment, gebeurden wonderlijke dingen.

En terwijl zij baden geschiedde er van uit de hemel een donderslag, en kwam er een vreeswekkend geluid als van wagens, en zie! een menigte van het heir der engelen en machten! en een stem als van de Zoon des mensen werd gehoord; en de Serafs schaarden zich in een cirkel om het huis waar de heilige onbevlekte moeder-Gods-en-maagd neerlag, zodat allen die te Bethlehem waren al die wonderen aanschouwden en naar Jeruzalem gingen en er vertelden al de wondere die geschied waren.

Er gebeurden inderdaad bijzondere wonderen: blinden werden ziende, doven hoorden, kreupelen wandelden opnieuw, melaatsen werden gereinigd en bezetenen bevrijd. Alle zieken en zwakken raakten de buitenkant aan van het huis waarin Maria lag en riepen: “Heilige Maria, die heb voortgebracht Christus onze god, erbarm u onzer.” En ze werden meteen genezen. De Joden verdroegen dit zoals gebruikelijk niet en beraadslaagden met ijdele overlegging tegen de heilige Godbaarster. Maar God verhinderde hun snode plannen. Gehuld in een wolk werden Maria en de discipelen onzichtbaar weggevoerd naar Jeruzalem. Maar ja, ook daar gebeurden weer vele wonderen zodat bekend werd dat Maria in haar huis te Jeruzalem was. De Joden trokken naar het huis op om het te verbranden maar er verscheen een engel die zelf vuur voortbracht en veel Joden verbrandde. Toen brak het ogenblik aan waarop ook Maria’s heilige Zoon zou verschijnen, begeleid door ontelbare scharen engelen, te midden van Cherubs. “En zie, een lichtverschijnsel wierp zijn licht vooruit op de heilige maagd, vanwege de tegenwoordigheid van haar eniggeboren zoon; en voorover vallende, knielden voor hem in aanbidding al de machten der hemelen.” Toen sprak Jezus deze woorden tot Maria:

Zie, van nu af aan zal uw kostbaar lichaam overgebracht zijn in het paradijs, en uw heilige ziel zal in alles overtreffende glans in de hemelen zijn onder de schatten van mijn Vader. Daar is vrede en vreugde van heilige engelen, en meer dan dat.

Maria’s lichaam en ziel lijken gescheiden te worden en zich op twee aparte plaatsen te bevinden. Iets verder lezen we dat terwijl Jezus zijn onbevlekte handen uitstrekte, hij haar “heilige en vlekkeloze ziel” ontving:

En bij de uittocht van haar vlekkeloze ziel werd de plek van welriekende geur en van onbeschrijfelijk licht vervuld. En zie, een stem werd uit de hemel gehoord, zeggende: ‘Zalig zijt gij onder de vrouwen!’”

Maar haar lichaam bevond zich nog op aarde. Enkele discipelen omhelsden toen haar dierbare voeten ten einde geheiligd te worden. “De twaalf apostelen nu, haar dierbare en heilige lichaam op een baar leggende, droegen het weg.” Bij die gelegenheid gebeurde iets naars. Een Jood, een sterke kerel, stormde toe en greep de baar aan waarop Maria lag. Maar een engel van God “hieuw met onzichtbare macht met een zwaard van vuur zijn twee handen van zijn schouders, en deed ze omstreeks de baar in de lucht zwevend hangen.” Geschrokken bad de Jood tot Maria: “erbarm u over mij!” en Petrus beval zijn genezing waarop de handen dei bij de baar zweefden zich weer aan het lichaam van de Jood hechtten. “En ook hij geloofde, en verheerlijkte Christus, de god die uit haar gesproten was.” Maria werd begraven in Getsemane, in een nieuw graf. Drie dagen lang werden er stemmen van onzichtbare engelen gehoord, tot ze op de derde dag niet meer gehoord werden. “En van dat tijdstip af wisten allen dat haar vlekkeloos en dierbaar lichaam in het paradijs was overgebracht.” Bij die gelegenheid verschenen bij het graf Elisabeth, de moeder van Johannes de Doper, Anna, de moeder van Maria, en Abraham, Isaak, Jakob en David, die samen met de koren der heiligen het Halleluja zongen.

Niet duidelijk wordt hoe de discipelen wisten dat het lichaam van Maria naar het paradijs was gevoerd. Een Latijnse tekstvariant legt uit dat Jezus nogmaals was verschenen aan de discipelen. Die vroegen hem dat Maria’s lichaam in de hemel zou worden opgenomen. Daarop gaf Jezus aan de engel Michaël het bevel om haar ziel weer uit de hemel te laten neerdalen, zo te zien opdat het met het dode lichaam zou verenigd worden. Toen ging het graf open en Maria trad naar voor, waarop zij door engelen naar de hemel werd gedragen – dat is Maria’s opneming of assumptio.

Share This