De dood en wat erna – in het zoroastrisme


15 november 2022



Eens zou de dag komen dat de mens dit leven, dat hopelijk lang duurde en toch een beetje gelukkig was, zou moeten verlaten om af te dalen naar het sombere dodenrijk. Of je goed geleefd had of niet, iedereen kwam daar terecht om er zich ten eeuwige dage te vervelen.

Maar in het oude oosten, waar deze gedachten door zowat alle volken werden gedeeld – ook door het oude Israël, was een nieuwe religie gegroeid die op heel wat vlakken afweek van wat men in het algemeen geloofde. Waarschijnlijk zag een nieuwe profeet, Zarathustra, het levenslicht ergens tussen 1500 en 1200 v.Chr. Sommigen dateren hem in de 7e – 6e eeuw. Zarathustra werd geboren ergens ten zuiden van de Oeral of in West Afgahanistan. Toen hij twintig werd trok hij zich terug om te mediteren, en toen hij dertig was ontving een eerste visioen. Daarin verscheen hem de aartsengel Vohumanah (‘goede gedachte’) die hem leidde tot God, wiens naam Ahura Mazda (‘Wijze Heer’) luidde. Daarna begon zijn bediening – op dezelfde leeftijd als die van Jezus. Veel succes had hij echter niet, tot hij aan het hof van koning Visjtaspa kwam. Deze werd door een wonder voor het nieuwe geloof gewonnen en zou een grote hulp betekenen voor de verbreiding van het nieuwe geloof.

Men kan het zoroastrisme een monotheïstische godsdienst noemen, in die zin dat er oorspronkelijk één God was: Ahura Mazda is

de schepper, de stralende en glorieuze, de grootste en de beste, de mooiste, de sterkste, de meest wijze, hij van wie het lichaam het meest volmaakt is, die zijn doelen bereikt, de onfeilbare, […] die zijn vreugde scheppende genade overal verspreidt; die ons gemaakt en gevormd heeft, die ons gevoed en beschermd heeft, die de meest genereuze geest heeft.

Toch wordt ook Ahura Mazda’s heilige Geest genoemd, de Spenta Mainyu. Deze is zijn vertegenwoordiger, is één met hem maar toch van hem onderscheiden. Daarnaast had Ahura Mazda bij het scheppen van de wereld gebruik gemaakt van de diensten van zes mindere godheden, die hij daartoe eerst geschapen had. Dat waren de grote Amesja Spenta’s, de ‘Glorieuze Onsterfelijken’. Hun namen zijn personificaties van concepten of deugden, oorspronkelijk attributen van Ahura Mazda: Goede gedachte, Gerechtigheid (of Waarheid), Perfecte soevereiniteit, Goddelijke vroomheid, Gezondheid, Leven of Onsterfelijkheid. Een zuiver monotheïsme, zoals het Jodendom dat is, was het zoroastrisme dus niet.

Daarnaast was het zoroastrisme ook dualistisch: tegenover Ahura Mazda stond de god van het kwaad: Angra Mainyu. Bij beiden horen respectievelijk engelen en demonen. Al wordt Ahura Mazda wel almachtig genoemd, die macht wordt toch ingeperkt door deze boze tegenstander. Gelukkig zal Ahura Mazda de god van het kwaad overwinnen aan het eind van de wereldtijd. Dan zal het kwaad vernietigd worden, zullen doden opstaan om een nieuw leven te beginnen.

De doden zullen opstaan om een nieuw leven te beginnen! Dat was een totaal nieuwe gedachte. En hoe dat nieuwe leven er zou uitzien was verbonden met hoe je geleefd had. Had je gekozen voor het goede, hoorde je bij Ahura Mazda? Of had je gekozen voor het kwade, hoorde je bij Angra Mainyu? Welke wegen had je bewandeld in je leven? Het zoroastrisme kende de gedachte aan twee wegen:

Wanneer u de voorschriften leert die de Wijze heeft gegeven, wanneer u leert dat er zowel een makkelijk begaanbaar pad als een onherbergzaam pad bestaat, alsook dat de verdorvene een langdurige marteling wacht, maar verlossing de eerlijke – dan zal ieder van u al deze geboden gehoorzamen zoals zij bedoeld zijn.

Zarathustra had echter in een openbaring gezien dat de daden van een mens gevolgen hadden voor na dit leven. Dat was destijds een revolutionaire gedachte.

Diegenen die hun denken hebben gericht op het goede, O Wijze, dan wel zij die het hebben gericht op het slechte, volgen elk hun geloof in daden en woorden; zo ook in hun genoegens, hun verlangens, en hun voorkeuren. Maar wanneer uw wil zal zijn geschied, zal het einde voor elk verschillend zijn.

Volglens het zoroastrisme verdween je na dit leven niet zomaar in het dodenrijk, waar goeden en slechten ten eeuwige dage zouden verblijven. Als iemand stierf bleef zijn geest drie dagen en nachten in de buurt van het lichaam. De eerste nacht stond de geest stil bij de woorden die hij gesproken had de tweede nacht bij de gedachten, de derde nacht bij de daden. Waren die goed of slecht geweest? De mens die goed geleefd had proefde dan al iets van de heerlijkheden van het Paradijs, maar de boze voorvoelde de verschrikkingen van de hel. De Avesta, een heilig geschrift, legt uit dat de dode zijn eigen ‘Daena’ ontmoet. Voor de rechtvaardige verscheen die als een mooie, stralend jonge vijftienjarige vrouw. Verrast zou de ziel die gerechtigheid had betracht de mooie vrouw vragen wie zij was. En zij antwoordde dat zij zijn eigen Daena was, een weerspiegeling van zijn gerechtigheid; haar schoonheid was het resultaat van goede gedachten, woorden en daden van de overledene. Doch de ziel van de boze zag geen mooie jonge vrouw maar een oude heks, die de weerspiegeling was van zijn boze gedachten, woorden en daden. Deze overtuiging zien we terugkomen in het Joodse ‘Testament van Abraham’ (1e – 2e eeuw n.Chr.). Als de Dood Abraham nadert vraagt Abraham deze: “Ik smeek u, vermits jij de Dood bent, zeg mij, kom jij ook tot allen zo, in een aantrekkelijke gestalte en glorie en zulke jeugdige schoonheid? En de Dood zei: Nee, mijn heer Abraham; want jouw rechtvaardige daden en de grenzeloze zee van jouw gastvrijheid en de grootheid van jouw liefde voor God zijn een kroon geworden op mijn hoofd. In jeugdige schoonheid en zeer stil en met zachte spraak kom ik tot de rechtvaardigen, maar tot zondaars kom ik met verrotting en wreedheid en de grootste bitterheid en met een grimmig en genadeloos aanschijn.”

Dat gebeurde dus in de drie eerste dagen. Op de vierde dag ging de ziel van de gestorvene over de Chinvat brug, de ziel van de goede ging naar het Paradijs van goede gedachten, goede woorden en goede daden, naar het paradijs van eeuwig licht waar Ahura Mazda, de engelen en de rechtvaardigen verbleven. De boze ging naar de plaats van boze gedachten, boze woorden, boze daden en kwam zo in het gebied van eeuwige duisternis, vol bezoedeling en lijden, de verblijfplaats van Angro Mainyu en zijn volgelingen. Hier zien we dus voor het eerst dat de daden van de mensen gevolgen hebben voor het leven hierna.

Hemelse glorie zal het toekomstig bezit zijn van hem die zich naar de Waarheid keert. Een lang leven van duisternis, bedorven voedsel, en weeklagen – tot zulk een wereld, O verdorvenen, zullen uw geloof en de daaruit voortkomende daden u voeren.

Het oordeel, dat bij de Chinvat brug plaatsvond, bestond uit het afwegen van de goede tegenover de boze daden; welke legden het meest gewicht in de schaal? Geen enkele boze daad kon ongedaan gemaakt worden of vergeven worden, maar zij kon in aantallen door goede daden overtroffen worden. Voor de rechtvaardigen werd de brug breed, voor de bozen zo smal dat ze eraf vielen in het dodenrijk. Maar dat dodenrijk krijgt nu een geheel nieuw element: het is het gebied van Angra Mainyu, een donkere plaats van bestraffing waar kreten van spijt en smart uit opstijgen, waar de zielen van de vervloekten gepijnigd worden. Het is niet langer zomaar het dodenrijk, het is de hel.

Een ander heilig geschrift van het zoroastrisme is de Bundahisj, het stamt uit de middeleeuwen maar volgens experts zou het toch oude tradities bewaard hebben. Volgens die Bundahisj zullen alle levenden samen in een grote vergadering aantreden, waarbij elk individu zal geconfronteerd worden met zijn goede en kwade daden. Dan zullen de geredden van de vervloekten onderscheiden worden als witte schapen van zwarte. Vuur zal het metaal in de bergen doen smelten, en die stroom gesmolten metaal zal de aarde bedekken. Iedereen zal door die stroom moeten waden, de rechtvaardigen zullen dat zonder schade doen, de slechten zullen door het gesmolten metaal strompelen naar hun ondergang. Dan zal Angra mainyu vernietigd worden, hij zal verdwijnen in de hel, en gesmolten metaal zal de toegang daarnaar dichten.

In de heilige Gata’s lijken twee opvattingen naast elkaar te bestaan over het oordeel van de onrechtvaardigen: òf zij worden vernietigd, òf zij lijden lange tijd onder pijnlijke straffen. De goeden echter zullen weer opstaan. De rechtvaardigen die eerst verblijven in de hemel, als zielen, zullen een nieuw lichaam aandoen en kunnen genieten van al hun zintuigen alsook van hun geestelijke vaardigheden.

Toen de Joden in ballingschap verbleven in Babel, en de Perzen het gebied veroverden, kwamen de Joden in aanraking met de religie van de Perzen, met het zoroastrisme. Dat zou niet zonder gevolgen blijven voor hun eigen geloofsovertuigingen.

Share This