Het verhaal van Combabus en Stratonice

7 januari 2024

Dit verhaal wordt verteld door Lucianus in zijn ‘De godin van Syrië’

Eens kreeg koningin Stratonice, gemalin van een Assyrische vorst, een droom waarin de godin Hera aan haar verscheen. Daarin maande zij haar aan een heiligdom voor de godin op te richten, wilde zij niet achtervolgd worden door onheil. Op deze wijze gedwongen toog zij naar Hiërapolis waar de tempel zou verrijzen, begeleid door een leger dat de koning haar meegaf en in het bezit van veel goud om de kosten van de bouw te dekken. Maar de koning wilde ook een wijze en betrouwbare man meesturen om zijn vrouw te vergezellen, iemand die zowel de leiding van het werk op zich zou nemen, het vele geld zou bekeren en het leger kon aanvoeren. Grote eer zou Combabus, die voor deze verantwoordelijke taak werd uitgekozen, te beurt vallen bij zijn terugkeer. Combabus echter voorzag moeilijkheden en smeekte de koning hem niet te belasten met een taak die zijn vermogens te boven ging. Zijn voornaamste bezwaar gold het begeleiden van koningin Stratonice: hij vreesde dat er in de komende tijd jaloezie zou ontstaan over zijn relatie met haar. De koning echter was vastbesloten, hij verleende Combabus slechts zeven dagen respijt, waarom die gevraagd had. Daarna moest hij deze eervolle taak – zo zag de koning dat – op zich nemen.

Combabus ging huiswaarts, wierp zichzelf ter aarde en beklaagde zijn lot. Hij zei bij zichzelf: “Ik ongelukkige! Waarom dit vertrouwen in mezelf? Wat is de uitkomst van deze reis, waarvan ik de resultaten al zie? Ik ben jong en de dame die ik begeleid is mooi. Dit zal een grote en desastreuse ramp worden, tenzij ik de oorzaak van het kwaad volledig wegneem. Dus moet ik zelf een grootse daad verrichten die al mijn angsten zal genezen.” Zo sprak hij en hij ontmande zichzelf, stopte zijn afgesneden schaamte in een klein vat, samen met mirre, honing en allerlei kruiden en verzegelde het vat. Daarna verzorgde hij zijn wonde. Enkele dagen later begaf hij zich naar de koning en sprak tot hem: “Meester! Dit is mijn meest dierbare schat waarop ik erg gesteld ben, terwijl ik op reis ben wil ik het door u laten bewaren, bewaak het goed, want het is mij dierbaarder dan goud, en kostbaarder dan mijn leven. Bij mijn terugkomst zal ik het weer ontvangen.” De koning was verheugd om het vertrouwen dat in hem gesteld werd en verzekerde dat hij het vat goed zou bewaren.

Toen brak de dag aan waarop Combabus optrok naar Hiërapolis, waar onder zijn leiding de tempel voor Hera werd gebouwd. Drie jaren verstreken. Maar in die tijd vond de gebeurtenis plaats waarvoor hij zo had gevreesd: Stratonice kreeg hem de man lief die zolang haar metgezel was geweest, en die liefde groeide uit tot een overweldigende passie. In het begin was de koningin terughoudend en probeerde zij haar passie te verbergen, maar dat hield zij niet vol: uiteindelijk huilde zij de hele dag en riep herhaaldelijk om Combabus; Combabus was alles voor haar! Toen bedacht zij een plan. Zij zou zich aan wijn bedrinken, dat gaf moed en een afwijzing werd dan minder vernederend aangevoeld. Na de maaltijd kwam zij aldus de kamer binnen waarin Combabus verbleef en zij smeekte hem; zijn knieën omarmend bekende zij haar schuldige liefde. Hij hoorde haar woorden met walging aan, verwierp haar toenadering die hem in grote rampspoed zou brengen. Bevend vertelde hij haar welke drastische wonde hij zichzelf had toegebracht en tenslotte onthulde haar de duidelijke bewijzen van zijn verklaring. Toen de koningin dat zag doofde haar passie, al vergat zij nooit de liefde die ze voor hem had gevoeld.

Stratonice bracht haar gemaal de koning op de hoogte van het gebeuren, de koning was erg aangegrepen en ontbood Combabus bij zich, nog voor de werken aan te tempel klaar waren. Maar volgens een andere versie van het verhaal schreef Stratonice, die de afwijzing van Combabus niet verdroeg, een brief naar de koning waarin ze Combabus beschuldigde een aanslag op haar eerbaarheid te hebben gepleegd. Combabus werd gesommeerd bij de koning te komen. Vertrouwend op het zichtbare bewijs van zijn onschuld dat hij bij de koning had achtergelaten, begaf hij zich welgemoed naar het paleis. Hij werd er meteen in de gevangenis geworpen en streng bewaakt. In de rechtszaal waar Combabus vervolgens werd ontboden, beschuldigde de koning hem van overspel en kwade lusten, en dat terwijl hij nog zo zijn vertrouwen in hem had gesteld. Vele van de omstaanders daar getuigden tegen Combabus, zij beweerden dat ze hem de koningin hadden zien omhelzen, hij verdiende dus de doodstraf.

Combabus had alles zwijgend aangehoord, maar vroeg toen dat hem het woord verleend zou worden. Hij gaf toe dat hij de doodstraf verdiende als waar was waarvan hij beschuldigd werd, maar vroeg om het pand te laten halen dat hij bij zijn heengaan de koning had toevertrouwd. Het werd Combabus ter hand gesteld, hij verwijderde het zegel en toonde iedereen de inhoud van het vat, ook toonde hij hoe hijzelf had geleden. De koning was erg aangedaan door wat hij zag, bewogen en ontroerd beloofde hij een grote schat van zilver en goud en paarden uit de koninklijke stoeterij aan Combabus, en ook de dood van zij die hem vals beschuldigd hadden. Vrijelijk zou hij voortaan tot de koning mogen naderen. Zoals de koning sprak, zo geschiedde. De leugenaars werden geëxecuteerd, Combabus werd overladen met giften en de genegenheid van de koning voor zijn trouwe dienaar werd nog groter. Niemand van de Assyriërs was in wijsheid en fortuin de gelijke van Combabus.

Lucianus voegt hier nog aan toe dat de koning, om zijn erkentelijkheid te bewijzen, in Hiërapolis een bronzen beeld van Combabus liet oprichten. Het had de vorm van een vrouw maar de kleding van een man. Er werd gezegd dat de meest intieme vrienden van Combabus, als bewijs van hun genegenheid voor hem, zichzelf castreerden en zijn wijze van leven overnamen. Maar anderen vertellen dat Combabus eigenlijk door Hera geliefd werd en dat zij het was die hem inspireerde zich te castreren. Dit gebruik, zo vervolgt Lucianus, bestaat ook nog in zijn tijd; elk jaar zijn er vele mannen die zichzelf ontmannen en hun mannelijke kracht verliezen – uit sympathie voor Combabus of om de genegenheid van Hera te winnen. Zij dragen dan niet langer mannenkleding maar wel vrouwengewaden en voeren vrouwelijke taken uit. Volgende geschiedenis zou aan de oorsprong hiervan liggen. Eens kwam een buitenlandse vrouw van ongekende schoonheid, doch gekleed in mannelijke outfit, bij Combabus. Zij werd vreselijk verliefd op hem. Toen ze ontdekte dat hij ontmand was, was de schok zo groot at ze zich van het leven benam. Combabus was erg geschrokken en om een dergelijk drama in de toekomst te vermijden ging hij vrouwenkleren dragen, zo zouden vrouwen niet meer verliefd op hem worden.

Share This