Ook voor Origenes had de menswording van Christus tot doel de vergoddelijking van de mensheid, de vereniging van alle individuen met de goddelijke logos. Zielen waren voor de eeuwigheid geschapen, zij waren zelfs pre-existent.
Archief
Clemens van Alexandrië: de hemelreis van de gnosticus
Clemens wist dat het doel van de gelovige was om toe te groeien naar de status van een god, ondergeschikt aan de Vader, gelijk aan Christus (of toch bijna) en superieur aan alle andere schepselen. Clemens was daarover duidelijk: “Ik zeg, het Woord Gods werd een mens, zodat jullie zouden leren van een mens hoe een god te worden.” Hoe werd je dan een god?
Jezus gedoopt in vuur?
“En wanneer Jezus naar de rivier de Jordaan ging, waar Johannes doopte, en hij in het water stapte, ontbrandde er een vuur in de Jordaan.” Dat lezen wij niet in onze evangeliën. Toch is dit een van de oudste teksten die we hebben over Jezus’ doop.
Een Middelnederlandse tekstvariant van het evangelie
Het ‘Luikse diatessaron’, in het Middelnederlands: Ganc ten papen van der wet. En vertoegh di hen. En offer he alselke offerande alse moyses gheboet in der wet.
De rol van engelen bij het sterven
Christenen werden als ze stierven door engelen weggedragen in de ‘schoot van Abraham.’ Onder heidenen was het de psychopompos, de ‘zielengeleider’, die de doden naar het dodenrijk bracht. Joodse tradities zagen de engel Michaël als de gids voor de doden.
Martelaarschap of zelfmoord?
Heidense filosofen als stoïcijnen en cynici vonden dat iemands overtuiging weinig voorstelde als men niet de uiterste consequentie ervan aanvaardde, de dood. Dat vonden christenen, of toch sommigen onder hen, ook. In ieder geval werden deze martelaren bewonderd om hun moed.
Een reis langs zeven hemelen (4)
Terwijl Jesaja “woorden van gerechtigheid en geloof” sprak tot zijn omstaanders, werd zijn geest plotseling van hem weggenomen. Er was een engel uit de zevende hemel gekomen om een en ander aan de profeet te openbaren.
De tenhemelopneming van Maria – een laatste versie
“In het tweede jaar dus, nadat Christus de dood had overwonnen en was opgevaren naar de hemel, begon Maria op een zekere dag, brandend van verlangen naar Christus, te wenen, alleen in de beschutting van haar woning.”
De tenhemelopneming van Maria – een tweede en derde versie
In de tweede helft van de 4e eeuw schreef iemand in het Syrisch een stichtelijk boekje dat aangeduid wordt met de Latijnse naam Transitus Assumptio. Over Maria die het aardse leven moe is, en genadig naar het Paradijs wordt gebracht.
De tenhemelopneming van Maria – een eerste versie
‘Johannes’ boek over het ontslapen van Maria’ is waarschijnlijk een van de oudste versies over Maria’s levenseinde, in het Grieks op schrift gesteld. Het boekje vat als volgt aan: “Het verhaal van de heilige Johannes, de theoloog, over het ontslapen van de heilige Godbaarster.”
Het dodenrijk in beroering
“De graven werden geopend en de lichamen van veel gestorven heiligen werden tot leven gewekt; na Jezus’ opstanding kwamen ze uit de graven, gingen de heilige stad binnen en verschenen aan een groot aantal mensen.”
Dreigen met hellestraffen
Hoe wonderlijk was het, dat een kleine, verachtte groep christenen die zich asociaal afwendden van de oecumene zou uitgroeien tot een wereldgodsdienst? Hoe haar succes verklaren? Er waren vele positieve dingen, maar er was ook een akelig element.
Origenes: het verwerven van een etherisch lichaam
Maar we weten dat de ziel, die immaterieel en onzichtbaar van aard is, op geen enkele materiële plaats bestaat zonder een lichaam te hebben dat past bij de aard van die plaats. Dienovereenkomstig legt het op een gegeven moment een lichaam af dat voorheen nodig was, en ruilt het voor een tweede; geschikt voor de zuiverdere etherische gebieden van de hemel.
De nederdaling ter helle
Jezus’ bezoek aan de onderwereld wordt vaak de ‘nederdaling ter helle’ genoemd, al is het niet de hel maar het dodenrijk waar Jezus in afdaalt. Hoe dat ging en wat Jezus daar dan precies deed wordt uitgelegd in het apocriefe Evangelie van Nikodemus.
De mystiek van Origenes
Waarom het denken en het leven van een mens bestuderen? Op zich hoeft dat geen zin te hebben. Maar als die mens ons iets te zeggen heeft over de uiteindelijke werkelijkheid van het leven, van ons leven, dan is het zeer de moeite waard daarnaar te luisteren. Origenes was zo een man.
Voedselwetten voor christenen
Een collega van me, die het vak ‘jodendom’ geeft, zei me eens dat wij christenen tenslotte ook voedselwetten hebben. Ik was nogal verbaasd, want behalve dat ik probeer ongezonde dingen uit mijn dieet te laten (het is een eeuwig streven) hield ik me toch niet bepaald aan ‘voedselwetten’. Hoe mijn collega mijn stilzwijgen interpreteerde weet ik niet, maar hij wees me toch maar op een tekst uit Handelingen waar staat dat christenen uit de heidenen (dat zijn wij dus) “zich dienen te onthouden van wat door de afgodendienst bezoedeld is, van ontucht, van vlees waar nog bloed in zit en van het bloed zelf” . Tja, hoe zat dat eigenlijk?
“De aarde die rond de zon draait? Welk een godslasterlijke wartaal!”
Voor ons is het vanzelfsprekend dat de aarde rond de zon draait, dat hebben we immers op school geleerd. Wat we zien is echter iets anders: de zon draait om de aarde. Dat laatste was dan ook het niet onbegrijpelijke standpunt tot de 16e eeuw. Men hing het zogenaamde ptolemaeïsche stelsel aan. Toen Copernicus de zaken radicaal omkeerde, was dat voor gelovigen aanleiding te gaan schelden.
Dionysius de Areopagiet
Het christendom was een barbaarse filosofie, vond Proclus, de laatste grote neoplatonist. Die christenen hadden het aangedurfd het beeld van de godin Athena te verwijderen uit het pantheon. Het verhaal gaat dat de godin toen aan Proclus verscheen in een droom; zij vroeg hem zijn huis in te richten zodat zij bij hem kon intrekken. Het was een tijd waarin christenen steeds meer macht kregen en die ook gebruikten, zoals tegen de godslasterlijke filosofie van het neoplatonisme. Met Proclus ging het neoplatonisme ten onder, maar vreemd genoeg stond het met Dionysius de Areopagiet weer op, en wel in christelijk gewaad.
Christelijke denkers over evolutie
Al staan sommige christenen tegenwoordig huiverig tegenover de gedachte aan evolutie (want God heeft toch alles geschapen?), vroegere christelijke denkers hadden het daar niet zo moeilijk mee. Lang voor Darwin was dat.